Als iemand beweert, dat hij André Hazes, André van Duin, Prins Bernhard, Ramses Shaffy en nog honderden BN’ers persoonlijk kent of gekend heeft, wat denk je dan? Precies: een fantast! Toch is er bij rugbyer en fotograaf Pim Westerweel geen woord aan gelogen. Hij heeft er heel veel voor z’n lens gehad. Sommigen werden goede vrienden. We spraken hem in augustus 2017.
Pim Westerweel (1936) is niet alleen fotograaf en galeriehouder, maar ook oud-rugbyer van RC ’t Gooi. In 1959 kwam hij als 23-jarige bij de club, waar z´n broer Henny al speelde. Het beviel Pim daar zo goed, dat hij ook zijn vrienden Ton de Mey, Cees en Joep van Gelderen en Chris Veerman overhaalde om bij ´t Gooi te gaan rugbyen. Pim had daarvoor aan atletiek gedaan – sprinten, 1500 meter en kogelstoten – bij AV Tempo in Bussum. En ook heeft hij een blauwe maandag gevoetbald.
Z´n eerste rugbywedstrijd speelde hij in Brussel, tegen een studententeam uit Leuven, waar hij met zijn broer Henny naartoe ging. Er was een mannetje tekort. Pim had nog nooit gespeeld en vroeg wat hij moest doen. ”Vooruit schoppen, achteruit gooien” was het antwoord. Hij werd getackeld en kwam met z´n hoofd bijna op een betonnen rand terecht.
In die tijd was RC ´t Gooi vooral een gezelligheidsclub met één team en zo´n 20 spelende leden. Velen gingen op zaterdagavond uit en moesten de volgende ochtend van hun bed worden gelicht om mee te doen aan de wedstrijd. Voor zover Pim ´t zich kan herinneren was in zijn begintijd André van Keller de trainer van ´t Gooi, maar het kan ook Dieter Büchner geweest zijn. Opvallende spelers uit zijn beginjaren waren Piet Dijkman (“dik en kort, maar supersnel”), Frans Buys (“kon heel hard lopen, heeft dat tot z´n 75-ste gedaan, met wereldkampioenschappen hordenlopeen bij de veteranen; als hij de bal had en getackeld dreigde te worden, gooide hij ´m snel weg”) en natuurlijk Loek van Keller (“speelde nooit de bal af”).
In de jaren ´70 gingen ook Pim´s zonen Sebastiaan en Vincent rugbyen bij ´t Gooi. Sebastiaan maakte in 1974 deel uit van het eerste miniteam van de club, waarin o.a. ook Erik Luteyn en Rob Houba speelden. Ook ex-echtgenote Til is lang en intensief bij de jeugd van de club betrokken geweest. Vanwege haar verdiensten werd ze benoemd tot erelid. Pim stopte in 1976 met rugby spelen.
Met o.a. Jack Heer organiseerde Pim heel wat feesten. Zoals het feest in de Gijsbrechtkelder van de Amstelbrouwerij, samen met de Haagsche RC. De heren in jasje-dasje en de dames in het lang. En het feest in de Promerskazerne met een striptease door een vriendin van Margot Heer en Hans Grader. Daar keerde ook onze mascotte Diederik weer terug. Dit dwerggeitje was tijdens het sevenstoernooi in Amsterdam gekidnapt door de Utrechtse rugbyclub. Dat heeft de krant nog gehaald. Ze kwamen binnen in witte jassen en met de botten van een geitje op een draagbaar en met een levende Diederik in hun kielzog. En het afscheidsfeest voor onze Zuid-Afrikaanse speler Willem van Drimmelen, in de stal van boer Calis in Blaricum. Iedereen stonk de volgende dag naar de koeienstront.
Van de bekende Nederlanders die Pim voor z´n camera kreeg werden vooral Willem Duijs (radio- en televisiepresentator) en Ruud ter Weijden (sportjournalist) goede vrienden van Pim. Willem Duijs leerde Pim kennen via zijn buurman Nico van Garderen, die met Willem bevriend was. Vaak kwamen ze rond het middaguur een borrel drinken bij Pim in de studio. Van 1975 tot ongeveer 1985 organiseerde Pim in zijn studio aan de Bollelaan de filmliga “De Gooise Klapstoel”. Veel leden van de filmliga waren rugbyers. Maandelijks kwamen er zo´n 100 gasten naar de studio, waar een “liga-film” werd vertoond met een inleiding van Bob Bouma, destijds een bekende tv-presentator en quizmaster. In 1987 nam Pim het initiatief tot het FotoFestival Naarden, dat nog steeds bestaat.
Pim herinnert zich o.a. de volgende anekdotes. Arnold de Wolf moest eens als Sinterklaas optreden. Bij Pim dronk Arnold zich met ettelijke borrels moed in. Hij werd verkleed en ging op weg naar de Poort, waar zijn mijter, gemaakt van een kartonnen koker, tot groot vermaak van iedereen, steeds over z´n hoofd zakte. Voorafgaand aan de wedstrijd Frankrijk-Engeland in 1970 speelden wij een wedstrijd in Parijs, tegen St. Denis. Het veld was enorm modderig en weinig uitnodigend om te tackelen. Pims broer Henny zorgde voor een voorproefje en smeerde de Gooiers vast in met modder. We waren “door”, zoals dat heette.
Op de terugweg naar huis zaten wij in de bus in Parijs, waar twee spelers nog niet waren gearriveerd, o.a. Eddy Willems. Toen zij in zicht kwamen zeiden wij tegen de chauffeur “rijden maar” en tegen de Gooiers “allemaal de andere kant opkijken”. Paniek bij Eddy. Wij lachen.
Pim vindt het huidige RC ´t Gooi geweldig, al kent hij nog maar weinig van de nieuwe mensen. Goede prestaties en geweldige spelers. Hij komt helaas te weinig naar de wedstrijden. Wel is Pim bij de club betrokken via de wandelclub en de jeu de boules-club van oud-rugbyers en via de Club van 100. Door het rugbyen heeft Pim acceptatie- en incasseringsvermogen ontwikkeld. Hij heeft er veel vrienden en herinneringen en heel veel feestelijke jaren aan overgehouden!
Meer persoonlijke herinneringen lezen? Ga naar: