Door Peter Oomens
In 1962 raakte Peter Oomens besmet met het rugbyvirus. We vroegen Peter (1941) eens iets op te schrijven over zijn eerste ervaringen met RC ´t Gooi. Het werd een verhaal over autorijles op zondag, een drassig stukje land, een café bij de kerk en een hoogblonde dochter. En natuurlijk over het rugbyvirus.
Het was 1962. ’s Morgens (op zondag!) autorijles gehad van Sicco Scheltema. Al pratend vroeg hij wat ik die middag van plan was. Niets, antwoordde ik naar waarheid. Kun je dan vanmiddag daar en daar komen om een rugbywedstrijd te kijken? En neem voor de zekerheid een korte broek en een paar gympen mee….

De Scrum, januari 1962.
“Daar en daar” bleek een drassig stukje land te zijn, naast het zwembad, op het Naardense sportpark. Er waren twee teams, waarvan ’t Gooi niet voldoende spelers had. Blijkbaar waren er meer dan 11 nodig. Ik vertelde dit spel nog nooit gezien, laat staan zelf gespeeld te hebben. Dat was absoluut geen probleem, werd me verzekerd. Er waren wel een paar dingen belangrijk. Hardlopen over de helft van de tegenstander naar een soort doel, bij voorkeur met een eivormige bal. Die moest dan wel eerst gevangen worden. Hierbij mocht je worden tegengehouden door 15 meest grote en zware kerels. Wanneer je de bal kwijt wilde, mocht je ´m nooit, nadrukkelijk nóóit, naar voren gooien.

Lucie en Peter Oomens en Paul Wurster op 10 april 1965 op weg naar Brüggen
Had je dat niet bijtijds gedaan dan was je de pineut. Die 15 grote kerels wisten wel raad met je… Als het je toch lukte langs de tegenstanders te komen, dan moest je de bal ergens achter een lijn in het gras drukken. Bij voorkeur zo dicht mogelijk bij het doel. Daar kreeg je ineens vijf punten voor. Ook bijzonder was de zogenaamde scrum. Daarbij stonden twee groepjes van 8 man tegen elkaar te duwen. Hun hoofd bij een niet zo frisse plaats van een medespeler. De bal werd dan van opzij naar binnen gegooid en door een van de groepen met de voet naar achteren gewerkt. Nadat ik een wedstrijd lang gemangeld was, vroeg een Gooispeler hoe ik de wedstrijd beleefd had. Dat viel eigenlijk best mee. Tot m´n verbazing had ik alleen wat beurse plekken. Het biertje smaakte in ieder geval goed. Er zouden er nog vele volgen.

Oude Meesters 1974. Achter: Peter Oomens, Piet Bakker, (voorhoofden van) Hans en Joop vd Bovenkamp, John Heydendahl, Hans Walscheid van Dijk, Cees van Gelderen, Eisse Zorge, Frans Lambour, Joop van Gelderen, Pieter Luteyn, Peter Akkermans, midden: Ge Meerman, Piet Dijkman, Chris Veerman, Rob Plat, Henny Westerweel, vooraan: Dolf Ubaghs, Arnold de Wolf, Ernst Sandtmann, Ton de Mey, Paul Wurster
Op een dag, het regende, werd er niet gespeeld. Het drassige stukje land was nóg drassiger geworden. Verzamelen van spelers gebeurde in een café bij de kerk, in Naarden vesting. Ondanks het vroege uur waren enkele spelers in café De Doelen al een bodempje aan het leggen. Een van de spelers – Ernst Sandtmann – nodigde ons uit in zijn huis in het Spiegel, om daar het gezellig samenzijn voort te zetten. Na enige tijd moest er wat gegeten worden. Er werden halve gebraden kippen besteld. Eén van de aanwezigen ging vrouw en dochter halen om mee te eten. Hij kwam terug met een aardige dame en een hoogblonde dochter. Die man was Joop van den Bovenkamp en zijn dochter heette Lucie. De vonk sprong van twee kanten over. Dat betekende mijn entree in een heuse rugby-familie. Joop en Lucie’s broer Hans waren al met het rugbyvirus besmet en ik nu ook. Op 10 december 1965 zijn Lucie en ik getrouwd. En ondanks dat we buiten het Gooi wonen, zijn we nog regelmatig bij ons cluppie aanwezig.

Aan de bar in de Utrechtse Poort, Hans en Marijke van den Bovenkamp, Lucie en Peter Oomens

Toeschouwers bij Oud tegen Jong 2012: Peter Oomens, Hans van den Bovenkamp en Ton de Mey.
Peter speelde altijd als winger. Begin jaren ´60 was hij penningmeester. Halverwege de jaren ´70 stopte hij met rugbyspelen. In de jaren ´80 en ´90 was hij hockeykeeper in Maarn. Dat betekende veel uitlopen, waarbij zijn rugbyervaring goed van pas kwam. Begin deze eeuw is hij weer naar ´t Gooi gekomen. Hij was in het bestuur onder Peter de Graaf vice-voorzitter en 4 jaar verantwoordelijk voor de grote Scrum.
Meer persoonlijke herinneringen lezen? Ga naar: