Door Peter Jacobs
In 2018 schreven wij het verhaal over de eerste buitenlandse trip van RC ´t Gooi, naar Düsseldorf in 1936. Oud Gooi-rugbyer Peter Jacobs reageerde daarop met een verhaal over zijn eigen eerste buitenlandse trip, ruim 30 jaar later. Een mooi verhaal, maar om de een of andere duistere reden is het nooit gepubliceerd. Dat gaan we nu goedmaken.

Peter Jacobs in 2021
Mijn eerste buitenlandse trip was in 1967 of 1968. Het vervelende is dat mijn cerebraal archief in Glenawilling is en soms wat hapert. Mijn digitaal archief zit in the cloud. En het papieren archief is in Doetinchem opgeslagen. Tja, dan kan ik natuurlijk wel de telefoon pakken en ff iemand bellen, maar wellicht dat gedurende het schrijven het chemisch proces bovenin dermate gaat functioneren, dat de goede switch genomen wordt en de bingobal in het juiste vakje valt.

Cerberi Viti, het rugbyteam van het St. Vituscollege in 1968, met links achter trainer Loek van Keller en 6e van links op de achterste rij Peter Jacobs
Maar goed, het was in ieder geval in het vroege voorjaar, maar het kan net zo goed in het late najaar van het jaar ervoor zijn geweest. Ik was trainen in Naarden op het zandveldje achter het zwembad. Daar waar nu in ieder geval geen zandveldje meer is. Het is nu een gravel tennisbaan. Ik was lid geworden van Rugby Club ‘t Gooi. Harry Marquenie, Ruud van de Bilt en Joep Hartong waren op het St Vitus College rugby aan het promoten geslagen. In een goed afgestemde joint venture met Louis van Keller (toen nog Loek) zijn er destijds wat jonge heren aan de poort van dit college geronseld.

Louis van Keller in 1965
Het buitengewone toeval wilde, dat ongeveer gelijktijdig door Hans Plat en kornuiten op de Godelinde ook een dergelijke actie gaande was. En als mijn geheugen al een beetje goed is opgewarmd, dan werden uit deze briljante actie, met Loek van Keller als grote roerganger, de volgende jonge mannen gerecruteerd: Paul de Beer, Ton van Houten, Ludwig en Joost Hesp, Vincent Snijders Blok, Jeroen Snijders Blok, Eric Dekker (broertje van Mark), de broertjes Wolf, Vitus de Veth en ikzelf: Peter Jacobs (allemaal St Vitus College). Van de Godelinde de jongens John Hartong, Karel Stein, Ton Steenwinkel, Eddy Willems, Ruud Tinholt (?) en Willem Witze.
Ik veronderstel dat de lijst namen nog wel door deze of gene zal worden gecorrigeerd. Veel van deze destijds jonge jongens, mannen en heren maken nog steeds deel uit van Rugby Club ‘t Gooi, de een wat actiever dan de ander. De meesten van hen zouden in de jaren daaropvolgend de harde kern van ‘t Gooi gaan vormen.

Peter Jacobs (links) en Hans Plat op 21 april 1998 bij de RC ´t Gooi-lustrumviering (13e lustrum) met blazer, badge en stropdas
Enfin, ik was dus trainen. Er werd die zelfde avond bij mij thuis in Blaricum aangebeld. Staan Jack Heer en Hans Grader op de stoep. Of ze even met mijn vader en moeder konden praten. Ik denk dat ze aanvankelijk wat schrokken, mijn vader en moeder. “Wat heeft-ie nu weer uitgespookt?” moet de eerste reactie zijn geweest. Maar nee, ze kwamen met goede berichten en bedoelingen, deze beide jongemannen in blazer met badge en stropdas. Daar waren mijn vader en moeder wel gevoelig voor, voor die als heren verklede jongens uit Naarden.
Tja, ´t Gooi ging een buitenlands tripje maken en de club wilde met name de jonge aanwas de kans geven een dergelijke ervaring op te doen. Het was verantwoord. Allemaal nette mannen, daar in Naarden. Ouders hoefden zich geen zorgen te maken. Financieel was het misschien wel een dingetje, maar voor 100 gulden persoonlijke bijdrage zou de trip volledig worden bekostigd. De club betaalde de rest. Beetje zakgeld nog en dat was het dan. Hier begon mijn eerste buitenlandse trip met rugbyclub ‘t Gooi.
Wat de financiën betrof: voor 100 gulden naar Engeland met de bus, trein, boot en slapen in een hotel. Was de club of Hans Grader of Jack Heer dan zo rijk dat ze dat voor die jonge jongens gingen betalen? Nee, dat is weer een verhaal apart. Want dat is middels crowdfunding avant la lettre – een fundraising event – gefinancierd. Daar is lang, intensief en spectaculair aan gewerkt. Rugby Club ‘t Gooi waardig. Er is op dit event grof geld geboden voor baarden, kledingstukken en andere attributen. De emoties op deze avond waren van zeer verschillende aard. Er is gelachen en gehuild. Die avond heeft bij de toen aanwezigen een onuitwisbare indruk achtergelaten. Er waren eigenlijk heel wat van die schoolgaande jonge mannen. Volgens mij waren dat: Peter Akkermans, Jack Heer, Hans Plat, Karel Stein, Ton Steenwinkel, Paul de Beer, Ludwig Hesp, Ed Willems, John Hartong en ikzelf. En ik ben vast wat namen vergeten.

Een keurig aangeharkt Blaricums tuintje
En dan die 100 gulden, die moesten natuurlijk ook nog ergens vandaan komen. Het tripje was met Pasen. En in Blaricum, waar ik toen woonde, zijn veel grote huizen met grote tuinen. Die tuinen moeten zo in ´t voorjaar een beetje op z’n paasbest gemaakt worden. Dus heb ik maar eens aangebeld bij een van de Blaricumse hoveniersbedrijven. Heb zo in ´t voorjaar van ´67 (of ´68) heel wat tuintjes aangeharkt om mijn eerste buitenlandse tripje te verdienen.

Het tripteam, achterste rij vlnr: Paul de Beer, Joop Meijer, Jan Plat, Jan Langelaar, Hans Plat, Eddy Willems, Rotterdamse prop, Chris Veerman. Voorste rij: Ludwig Hesp, Hans Grader, Peter Akkermans, Jack Heer, Kuppie, Ruud Tinholt, Ton Steenwinkel. Peter Jacobs speelde in de tweede helft en staat dus niet op de foto.

Kuppie met klompen voor de tegenstander
Allemaal verzamelen bij de Poort. Blazer, badge en stropdas. Met de auto, de trein, de bus en de boot. Er waren ook wat gastspelers mee. Boyd (AAC, had een broer van Louis Armstrong kunnen zijn, qua uiterlijk en stem), Arnold Michel (AAC), een roodbaardige Rotterdamse prop en niet te vergeten Roland Heuveling Kurpershoek (vriendje van Anneke Heer, zus van Jack, beter bekend als Kuppie, uit Rotterdam). Kuppie speelde scrum half, werd tot teamcaptain gebombardeerd en beschikte – zo zou later blijken – over een flink repertoire rugbysongs, die hij graag ten gehore bracht. Wij maakten ze ons snel meester, met de bijbehorende bewegingen en attributen: “Zijn zuster heette Kaatje en dat was zo´n leuke meid, ram tam tam tam tam tammereire, ram tam tam tam tam tammera”. Boeiende teksten. Dat er aliens meegingen kwam doordat het rugbywereldje zo klein was. Iedereen kende elkaar en buitenlandse reizen waren destijds toch nog wel enigszins bijzonder. Dus als iemand iets opstak over dergelijke activiteiten, dan meldde die zich. Zo heb ik een weekje getoerd met de Delftsche Studenten in Oxford en Cambridge.

Kuppie overhandigt de klompen aan de tegenstander
Ik had een plaats in de auto van Dolf Ubaghs. Op naar Oostende. We moesten daar nog even wachten voor de boot vertrok. Dus maar ff een biertje in de kroeg aan de overkant. Boyd vond toen al dat de boot toch wel heel erg schommelde. Zodanig dat zijn evenwichtsgevoel en andere gevoelens in die mate verstoord raakten, dat Peter Akkermans daardoor zijn Gooi badge van eigenaar zag veranderen. Boyd was namelijk van mening, dat die badge maar aan iemand anders moest worden toebedeeld, rukte deze van Peters blazer af en gaf ´m aan een willekeurige andere bierdrinkende gast. De bootreis zelf was verder weinig spectaculair, afgezien van het feit dat het mijn eerste overzeese bootreis was en ik voor het eerst van mijn leven naar Engeland ging. Best wel spannend.

Bromley Court hotel
We sliepen in het Bromley Court Hotel, hadden een eerste ontmoeting met Brenda en noteerden de Roemer Visscherlaan als thuisadres. We speelden een toernooitje op zaterdag, onder meer tegen de Old Elthamians en op zondag, voor zover ik me kan herinneren tegen Park House. Eigenlijk is het hele weekend als in een roes aan me voorbij gegaan, met een stel jongens van een jaar of 17, 18 op trip in Londen.

Eiffeltoren (bron: Wikipedia)
Het verzamelen van souvenirs was toen nog redelijk geaccepteerd. En dat kon van alles zijn: pinten, schilderijen, foto´s, naambordjes, portiersjasjes, conducteurspetten, trappetjes, tapijten, spoorwegattributen, asbakken, vlaggen, bewegwijzeringsmateriaal, uithangborden en shirts. Het clubhuis hangt er nog vol mee. Nee, dit soort belevenissen had ik niet eerder gehoord van vrienden die voet-, hand-, volley- of honkbalden, judoden, hockeyden, (tafel)tennisten, gymnastiekten of op de padvinders zaten. Daar wilde ik nog wel een paar tuintjes voor aanharken!
Hoe, waar en wanneer was jouw eerste buitenlandse trip?