Menu

Jaren 1923-1933

De eerste Nederland-België in 1930: eigenlijk geen interland

Foto-met-onderschrift uit de Nieuwe Hoornsche Courant, 4 november 1930

Aankondiging in de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant, 31 oktober 1930. ARFC moet zijn ARVC: de Amsterdamsche Rugby Voetbal Club.

In 1930 was men optimistisch over de wedergeboorte van de Nederlandse Rugby Bond. Sinds 1923 bestond die praktisch gesproken niet meer. Een Nederlandse bond had in die tijd ook weinig zin. Er was immers maar één rugbyclub in Nederland actief, de Delftsche Studenten Rugby-Club. Maar alles leek erop te wijzen dat daar snel verandering in zou komen. Er waren immers nieuwe clubs bijgekomen en het leek erop dat er nog meer bij zouden komen. Enthousiast liep men alvast een beetje vooruit op één van de kerntaken van een bond, namelijk het selecteren van het nationale team en het regelen van interlands. Dat zou tot de eerste Nederland-België leiden.

Zaterdag 1 november 1930 zou het gebeuren. Een gebeurtenis die volgens het enthousiaste verhaal in de Delftsche Courant van 30 oktober 1930 “met gulden letters in de rugby-annalen zal worden opgeteekend”. Men was zich best bewust, dat de wedstrijd bij het ontbreken van een rugbybond geen échte interland kon zijn. Maar dat mocht de pret niet drukken. Op het HVV-terrein in Den Haag zou het gebeuren.

“Het begint er waarlijk op te lijken, dat deze fraaie en mannelijke sport ingeburgerd raakt; het beste bewijs hiervoor is wel, dat behalve de Delftsche Studenten rugbyclub er nog een tweetal sterke burgervereenigingen opgericht zijn, die met alle ernst de beoefening van het rugbyspel opgevat hebben en in speelsterkte zeker niet voor de Delftsche studenten onderdoen” schreef de Delftsche Courant.

Tot voor kort waren de Delftsche Studenten de enige rugbyclub in Nederland. Maar sinds kort waren er ook clubs in Amsterdam (ARVC, Amsterdamsche Rugby Voetbal Club) en Eindhoven. Er viel dus iets te kiezen voor het nationale team en dat gebeurde dan ook. Het werd als volgt samengesteld. De Villiers (ARVC) fullback; Pabbruwe, Soesman, Van Heel (DSRC) three quarters; Gonin en Van der Merwe (ARVC) fly half; Saaymans (ARVC) scrum half; Groeneveld, Du Preez, Liebenberg, Alofs, Maskel (allen ARVC); Bosscher, Ter Poorten (DSRC) en Ten Houten (Eindh. RFC) forwards.

“Zooals men ziet een sterk XV-tal met een kern van Delftsche three quarters en Amsterdamsche forwards” vond de Delftsche Courant. Hoe sterk het team was zou je dus aan de namen moeten kunnen zien. Veel Zuid-Afrikaanse namen, valt mij op, dus dat zal wel kloppen. Wel opvallend dat Zuid-Afrikanen – zonder een Nederlands paspoort, neem ik aan – meespeelden in het Nederlandse nationale team. Maar och, bij de Belgen waren er ook vast wel spelers bij, die beter Engels dan Vlaams spraken. Een kniesoor die daarop let.

Foto uit Rotterdamsch Nieuwsblad, 3 november 1930

Op 2 november 1930, de dag na de interland, schreef het Algemeen Handelsblad over de wedstrijd. De weersomstandigheden waren slecht geweest. Daardoor bleef de belangstelling op het HVV-terrein tot enige honderden bezoekers beperkt. Onder die bezoekers waren ook enige fotografen. Binnen de lijnen was er enthousiasme. Er werd met heilig vuur gespeeld, waarvoor de kijkers de handen op elkaar wisten te krijgen.

Het bezoekende team bestond vooral uit Engelsen uit Brussel en Antwerpen. Zij beheersten in de eerste helft het spel vrijwel volledig. Ze wisten twee keer een try te scoren, vooral door hun grotere routine. In de tweede helft liet Nederland beter spel zien. Maar twee dropshots werden niet benut. De Belgen scoorden evenmin, waardoor de wedstrijd met 6-0 verloren ging.

Na de beginfase kwam België er meer in. Het bleek een goed samenwerkend geheel te zijn, ze waren overtuigend sterker dan de Hollanders. De bal was moeilijk te hanteren door het zware veld en de natte bal. Die bleef daardoor meest in handen van de forwards. Acties van scrum half Adderley en center Wine leidden tot de try´s, die echter niet geconverteerd werden. Nederland raakte daardoor niet ontmoedigd, maar verhoogde het tempo, waardoor het spel enige tijd gelijk opging.

Foto uit Algemeen Handelsblad, 3 november 1930

Niettemin combineerden de Belgen beter, wat te verwachten was, daar de Hollanders in het geheel geen oefening achter de rug hadden en de Belgen wel. Van Heel, Alofs en Gonin sprongen er aan Nederlandse kant positief uit. Alles in aanmerking genomen mochten de Nederlanders tevreden zijn met de uitslag van deze eerste Nederland – België. Een landenwedstrijd die geen échte interland was.

Meer lezen over interlands van lang geleden? Ga naar:

Roemenië-Nederland en België-Nederland in Parijs (1937)

Nederland-België in Bussum (1945)

Nederland-Tsjechoslowakije (1946)

 

Comments are closed.